Aanvullende beloningsmaatregelen financiële sector per 1 januari 2023

27 juni 2022, laatst geüpdatet 28 augustus 2024
Het Wetsvoorstel nadere beloningsmaatregelen financiële ondernemingen (Wnbfo) doet per 1 januari 2023 zijn intrede. Hiermee komt er een aanscherping in de beloningsregels van financiële ondernemingen, welke zijn vastgelegd in de Wet op het financieel toezicht (Wft). Waar de regulering nu primair ziet op de variabele beloningen, komt met de aangescherpte regels meer aandacht voor de vaste beloningen.
In dit artikel

Wat gaat er veranderen?

De belangrijkste wijzigingen ten opzichte van de huidige wetgeving zijn de volgende:

  1. een wettelijke retentieperiode van vijf jaar voor onder meer aandelen die onderdeel zijn van de vaste beloning;
  2. een wettelijke verplichting voor financiële ondernemingen om zich rekenschap te geven van en verantwoording af te leggen over de verhouding van de beloningen tot de maatschappelijke functie van de onderneming en de totstandkoming hiervan; en
  3. een aanscherping van de mogelijkheid tot afwijking van het bonusplafond voor niet-CAO personeel.

Naast voornoemde wijzigingen wordt een aantal technische wijzingen van de Wft doorgevoerd. Noot verdient dat met de invoering van de Wnbfo de voortzetting van bestaand beleid ten aanzien van handelaren voor eigen rekening wordt geregeld. Zij blijven van het bonusplafond uitgezonderd. De belangrijkste wijzigingen lichten wij hieronder kort toe.

Wettelijke retentieperiode voor aandelen in vaste beloningen

Het principe zoals we nu reeds kennen uit de Corporate Governance Code (CGC) voor bestuurders van beursgenoteerde ondernemingen om aandelen ten minste vijf jaar aan te houden na verwerving, wordt wettelijk verankerd voor financiële ondernemingen. Waar de CGC op basis van ‘pas toe of leg uit’ werkt, zal er voor financiële ondernemingen een bredere wettelijke verplichting gaan gelden waarbij het gaat om aandelen en vergelijkbare instrumenten in vaste beloningen voor alle medewerkers en bestuurders van financiële ondernemingen (ongeacht of deze beursgenoteerd zijn).

Verplichting verantwoording beloningsverhoudingen tot maatschappelijke functie

Financiële ondernemingen die op grond van de Wft verplicht zijn om een bestuursverslag op te stellen, moeten vanaf 2023 in hun beloningsbeleid beschrijven op welke wijze de onderneming zich rekenschap geeft van de verhouding van de beloningen van bestuurders, commissarissen en medewerkers van de onderneming tot haar maatschappelijke functie en de wijze van totstandkoming hiervan. Het achterliggende idee is dat beter rekening wordt gehouden met de functie van de onderneming en de positie daarvan in de maatschappij. Stakeholders krijgen op deze manier ook beter inzicht en kunnen de financiële onderneming indien nodig aanspreken.

Aanscherping afwijkingsmogelijkheid bonusplafond voor niet-CAO personeel

De derde belangrijke aanscherping bestaat eruit dat de bestaande mogelijkheid tot afwijking van het bonusplafond voor niet-CAO personeel uitsluitend in uitzonderlijke gevallen mogelijk is. Dat was in principe al zo, maar uit een evaluatie van de beloningsregels bleek dat er niet altijd in lijn werd gehandeld met de gedachte achter deze mogelijkheid tot afwijking. Zo werd deze mogelijkheid relatief vaak aangewend voor personeel dat belangrijke risicoafwegingen maakt of direct met de klant te maken heeft, terwijl de afwijkingsmogelijkheid bedoeld was voor uitzonderlijke gevallen zoals specialistisch hoogwaardig personeel dat van belang is voor de onderneming, waarbij gedacht werd aan ICT’ers. De aanscherping behelst daarom expliciet dat de afwijkingsmogelijkheid in ieder geval niet mogelijk is voor degenen die (i) interne controlefuncties verrichten (risicomanagement, compliance en interne audit, en voor verzekeraars ook de actuariële functie) of (ii) zich rechtstreeks bezighouden met het verlenen van financiële diensten aan consumenten (de personen die het contact met de consument hebben voor zover daarbij informatie wordt uitgewisseld die ziet op de inhoud van de financiële dienst). Daarnaast zal er een jaarlijkse mededelingsplicht gaan gelden op basis waarvan de financiële onderneming het gebruik van deze mogelijkheid tot afwijking van het bonusplafond gemotiveerd moet melden aan de toezichthouder, onder vermelding van de uitzonderlijke omstandigheden. Van dergelijke uitzonderlijke omstandigheden zal in ieder geval sprake zijn indien afwijking van het bonusplafond nodig is met het oog op de continuïteit van de bedrijfsvoering c.q. dienstverlening van de financiële onderneming.

Overgangsrecht

Na een roep om overgangsrecht vanuit de financiële sector is besloten dat er voor twee veranderingen overgangsrecht komt. Dit overgangsrecht zal zien op de wettelijke retentieperiode en de aanscherping van de afwijkingsmogelijkheid bonusplafond voor niet-CAO personeel. Het overgangsrecht bestaat uit een overgangstermijn van één jaar voor bestaande medewerkers bij (i) de aanscherping van de mogelijkheid tot afwijking van het bonusplafond voor niet-CAO personeel en (ii) de retentieperiode voor financiële instrumenten in vaste beloningen bij financiële ondernemingen. Voor nieuwe medewerkers zullen de aanscherpingen derhalve al gaan gelden vanaf 1 januari 2023. Daarnaast wordt voorzien in eerbiedigende werking ten aanzien van aandelen en vergelijkbare financiële instrumenten in vaste beloningen die reeds zijn verworven.

Het overgangsrecht geeft financiële ondernemingen de mogelijkheid om tijdig nieuwe afspraken te maken over de arbeidsvoorwaarden en daarin opgenomen financiële aanspraken.

Wilt u meer informatie over wat voorgaande voor uw financiële onderneming betekent? Neem dan contact op met Nino van der Meer Mohr of Annelinde Janssen.