De casus
In deze kwestie gaat het om een omgevingsvergunning die is aangevraagd door McDonalds voor o.a. het wijzigen van gevels en het verbouwen van de begane grond. De aanvraag wordt ingediend op 25 mei 2020 en het college heeft de benodigde omgevingsvergunning verleend op 24 augustus 2020. De benodigde toestemming van de VvE ontbreekt, nu deze op 28 september 2020 wordt geweigerd. De vraag die voorligt is of Mcdonalds, door het ontbreken van deze toestemming, als belanghebbende kan worden gezien.
Oordeel rechtbank
De rechtbank oordeelt dat McDonald's ten onrechte is ontvangen in zijn verzoek. Ter motivering verwijst de rechtbank naar een beschikking van de civiele rechter, waaruit blijkt dat er geen aanleiding bestaat voor vervangende toestemming. Het feit dat er nog geen definitieve weigering van de VvE was afgegeven en dat deze procedure is ingesteld na de voorprocedure, acht de rechtbank dus blijkbaar niet van belang:
“Dat deze na de bestreden besluiten gewezen beschikking in dit beroep in aanmerking wordt genomen, doet geen afbreuk aan de ex tunc toets die de bestuursrechter dient te verrichten, omdat de procedure bij de kantonrechter al liep ten tijde van het bezwaar van eisers tegen het primaire besluit.” (Rechtbank Noord-Holland 7 juni 2022, ECLI:NL:RBNHO:2022:5954, r.o. 3.4)
Afdelingsuitspraak
McDonald's kan zich niet verenigen met het oordeel van de rechtbank. Gesteld wordt dat de rechtbank ten onrechte een “ex nunc” toetsing heeft uitgevoerd door het oordeel van de civiele rechter te betrekken in haar besluit. In haar uitspraak van 24 juli 2024 volgt de Afdeling het betoog van McDonald's en overweegt hiertoe dat:
“Naar het oordeel van de Afdeling doet zich hier geen situatie voor waarin moet worden geoordeeld dat bij de beoordeling van het verzoek van McDonald’s aannemelijk was dat het bouwplan niet kon worden verwezenlijkt. Het verzoek van McDonald’s is op 25 mei 2020 gedaan. Het besluit op dit verzoek is door het college op 24 augustus 2020 genomen. Op dat moment was nog geen sprake van een weigering van de vereniging van eigenaren om toestemming te verlenen. Voorts is niet gebleken van andere ten tijde van de besluitvorming op het verzoek van McDonalds aan de orde zijnde omstandigheden waaruit volgt dat op dat moment aannemelijk was dat het bouwplan niet kon worden verwezenlijkt. De omstandigheid dat de vereiste toestemming van de vereniging van eigenaren op dat moment niet voorhanden was, kan niet als een dergelijke omstandigheid worden aangemerkt."
Conclusie
Het blijkt maar weer: een aanvrager wordt vaak, maar niet altijd, gezien als belanghebbende in de zin van de Awb. Cruciaal hierbij is of er tijdens de besluitvorming duidelijke omstandigheden zijn waaruit blijkt dat het bouwplan niet kan worden gerealiseerd. In deze zaak bevestigde de Afdeling dat McDonald's, ondanks het ontbreken van toestemming van de VvE op het moment van aanvraag, toch als belanghebbende moest worden beschouwd. Dit benadrukt het belang van de situatie op het moment van besluitvorming en niet op latere ontwikkelingen. Houd dit in gedachten bij het indienen van vergunningaanvragen—de timing en omstandigheden ten tijde van het besluit zijn allesbepalend!
Heeft u verder nog vragen? Neem dan contact met ons op.