Aanvrager bouwvergunning niet altijd een belanghebbende in de zin van de Awb

28 juni 2024, laatst geüpdatet 12 september 2024
Volgens artikel 1:2, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) is een belanghebbende een persoon wiens belang rechtstreeks bij een besluit betrokken is. Echter, een aanvrager is niet altijd een belanghebbende. Dit geldt bijvoorbeeld wanneer een bouwplan niet kan worden verwezenlijkt. In dit artikel bespreken we een recente uitspraak van de Afdeling Bestuursrechtspraak waarin deze uitzonderingsgrond centraal stond.
Bart de Haan 
Bart de Haan 
Advocaat - Associate Partner
In dit artikel
Het belanghebbende-begrip
In het bestuursrecht kunnen alleen belanghebbenden in rechte opkomen tegen een besluit van een bestuursorgaan. Het belanghebbende- en besluitbegrip vormen daarmee de exclusieve toegangspoort tot het systeem van bestuursrechtelijke rechtsbescherming. In omgevingsrechtelijke zaken is deze toegangspoort echter verbreed door de Varkens in Nood-uitspraken. Sindsdien geldt dat ook niet-belanghebbenden, die tijdens een uniforme openbare voorbereidingsprocedure een zienswijze hebben ingediend, beroep kunnen instellen bij de bestuursrechter (ABRvS 14 april 2021, ECLI:NL:RVS:2021:786).
In omgevingsrechtelijke zaken geldt dat een persoon in beginsel als belanghebbende kan worden aangemerkt indien hij rechtstreeks feitelijke gevolgen ondervindt. Dit is slechts anders indien de gevolgen van enige betekenis ontbreken. In dat geval kan een besluit weliswaar gevolgen hebben voor het woon-, leef- of verblijfsklimaat, maar deze zijn dan zo gering dat een persoonlijk belang bij het besluit ontbreekt (ABRvS 13 januari 2021, ECLI:NL:RVS:2021:64).
Naast deze uitzondering is in de jurisprudentie nog een uitzondering geformuleerd voor de aanvrager van een bouwvergunning. Een persoon is geen belanghebbende indien het bouwplan niet kan worden verwezenlijkt (ABRvS 15 augustus 2018, ECLI:NL:RVS:2018:2717).

De casus

In deze kwestie gaat het om een omgevingsvergunning die is aangevraagd door McDonalds voor o.a. het wijzigen van gevels en het verbouwen van de begane grond. De aanvraag wordt ingediend op 25 mei 2020 en het college heeft de benodigde omgevingsvergunning verleend op 24 augustus 2020. De benodigde toestemming van de VvE ontbreekt, nu deze op 28 september 2020 wordt geweigerd. De vraag die voorligt is of Mcdonalds, door het ontbreken van deze toestemming, als belanghebbende kan worden gezien.

Oordeel rechtbank

De rechtbank oordeelt dat McDonald's ten onrechte is ontvangen in zijn verzoek. Ter motivering verwijst de rechtbank naar een beschikking van de civiele rechter, waaruit blijkt dat er geen aanleiding bestaat voor vervangende toestemming. Het feit dat er nog geen definitieve weigering van de VvE was afgegeven en dat deze procedure is ingesteld na de voorprocedure, acht de rechtbank dus blijkbaar niet van belang:

“Dat deze na de bestreden besluiten gewezen beschikking in dit beroep in aanmerking wordt genomen, doet geen afbreuk aan de ex tunc toets die de bestuursrechter dient te verrichten, omdat de procedure bij de kantonrechter al liep ten tijde van het bezwaar van eisers tegen het primaire besluit.” (Rechtbank Noord-Holland 7 juni 2022, ECLI:NL:RBNHO:2022:5954, r.o. 3.4)

Afdelingsuitspraak

McDonald's kan zich niet verenigen met het oordeel van de rechtbank. Gesteld wordt dat de rechtbank ten onrechte een “ex nunc” toetsing heeft uitgevoerd door het oordeel van de civiele rechter te betrekken in haar besluit. In haar uitspraak van 24 juli 2024 volgt de Afdeling het betoog van McDonald's en overweegt hiertoe dat:

“Naar het oordeel van de Afdeling doet zich hier geen situatie voor waarin moet worden geoordeeld dat bij de beoordeling van het verzoek van McDonald’s aannemelijk was dat het bouwplan niet kon worden verwezenlijkt. Het verzoek van McDonald’s is op 25 mei 2020 gedaan. Het besluit op dit verzoek is door het college op 24 augustus 2020 genomen. Op dat moment was nog geen sprake van een weigering van de vereniging van eigenaren om toestemming te verlenen. Voorts is niet gebleken van andere ten tijde van de besluitvorming op het verzoek van McDonalds aan de orde zijnde omstandigheden waaruit volgt dat op dat moment aannemelijk was dat het bouwplan niet kon worden verwezenlijkt. De omstandigheid dat de vereiste toestemming van de vereniging van eigenaren op dat moment niet voorhanden was, kan niet als een dergelijke omstandigheid worden aangemerkt."

Conclusie

Het blijkt maar weer: een aanvrager wordt vaak, maar niet altijd, gezien als belanghebbende in de zin van de Awb. Cruciaal hierbij is of er tijdens de besluitvorming duidelijke omstandigheden zijn waaruit blijkt dat het bouwplan niet kan worden gerealiseerd. In deze zaak bevestigde de Afdeling dat McDonald's, ondanks het ontbreken van toestemming van de VvE op het moment van aanvraag, toch als belanghebbende moest worden beschouwd. Dit benadrukt het belang van de situatie op het moment van besluitvorming en niet op latere ontwikkelingen. Houd dit in gedachten bij het indienen van vergunningaanvragen—de timing en omstandigheden ten tijde van het besluit zijn allesbepalend!

Heeft u verder nog vragen? Neem dan contact met ons op.

Gerelateerd

Spelregels voor het omzetten van woonruimten

Het opnemen van een vergunningplicht voor het omzetten van zelfstandige woonruimte in onzelfstandige woonruimte in de gemeentelijke huisvestingsverordening is...

Het gevolg van een geslaagd beroep op vertrouwensbeginsel

Sinds mei 2019 vaart de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (ABRvS) een soepelere koers als het gaat om de toepassing van het...

‘Extended stay’ studentenhotel: een geluidgevoelig gebouw bij duurzaam verblijf

Voor de realisatie van een studentenhotel in Amstelveen is een omgevingsvergunning verleend. Omdat het studentenhotel in de buurt van luchthaven Schiphol ligt,...

Nieuwe conclusie A-G over toepassing van artikel 6:19 Awb

Staatsraad Advocaat-Generaal (A-G) Nijmeijer heeft een conclusie uitgebracht over de toepassing van artikel 6:19 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) in de...

Van Wet bodembescherming naar Omgevingswet: enkele opvallende wijzigingen op het gebied van bodembescherming

Met de invoering van de Omgevingswet op 1 januari 2024 is de Wet bodembescherming (Wbb) vervallen. Een deel van de regels onder de Wbb is overgenomen in de...

Overzichtsuitspraak: het aanvoeren van nieuwe bewijsmiddelen/ beroepsgronden

Mocht een tijdens de zitting ingebracht civiel vonnis door de rechtbank buiten beschouwing worden gelaten? Deze vraag vormde voor de Afdeling...
No posts found