Aansprakelijkheid voor wegbeheerders. Is een gemeente altijd aansprakelijk voor een kuil in de weg?

27 januari 2014, laatst geüpdatet 28 augustus 2024
De gemeente kan als wegbeheerder risicoaansprakelijk zijn voor wegen die niet in een goede staat verkeren (artikel 6:174 lid 2 BW jo. artikel 16 Wegenwet). Voor aansprakelijkheid op deze grond is van belang dat de weg openbaar is, een opstal is, onvoldoende onderhouden is en dat de weg gevaarzettend gebrekkig is. Naar aanleiding van een tragisch ongeval heeft de rechtbank Amsterdam zich bij uitspraak van 18 december 2013 uitgelaten over de vereisten voor aansprakelijkheid van de gemeente als...
In dit artikel
De gemeente kan als wegbeheerder risicoaansprakelijk zijn voor wegen die niet in een goede staat verkeren (artikel 6:174 lid 2 BW jo. artikel 16 Wegenwet). Voor aansprakelijkheid op deze grond is van belang dat de weg openbaar is, een opstal is, onvoldoende onderhouden is en dat de weg gevaarzettend gebrekkig is. Naar aanleiding van een tragisch ongeval heeft de rechtbank Amsterdam zich bij uitspraak van 18 december 2013 uitgelaten over de vereisten voor aansprakelijkheid van de gemeente als wegbeheerder.

Feiten
Een automobiliste is verongelukt bij een onbewaakte spoorwegovergang. De nabestaanden eisen schadevergoeding van de gemeente. Het ongeval zou het gevolg zijn van een kuil in de weg. De gemeente wordt aangesproken in haar hoedanigheid als wegbeheerder. Op de gemeente rust immers als wegbeheerder een risicoaansprakelijkheid op grond van artikel 6:174 lid 2 BW jo artikel 16 Wegenwet. Voor het aansprakelijk stellen van de wegbeheerder voor schade ten gevolge van ‘onvoldoende onderhouden weg’ gelden een aantal vereisten:

  • de weg moet openbaar zijn;

  • de weg moet een opstal zijn;

  • het onderhoud van de weg moet beneden niveau zijn; en

  • de weg moet een gevaarzettend gebrek hebben.


Openbare weg
Om de wegbeheerder aan te kunnen spreken voor de staat waarin de weg verkeert, moet er sprake zijn van een openbare weg. Artikel 4 Wegenwet bepaalt wanneer een weg openbaar is. Zie mijn artikel hierover. Ook bij niet openbare wegen kan er een risicoaansprakelijkheid bestaan. In dat geval is echter niet de wegbeheerder, maar de bezitter van de opstal risicoaansprakelijk.

Opstal. Verharde wegen
Artikel 6:174 lid 2 BW regelt de risicoaansprakelijkheid voor de wegbeheerder van een opstal die niet voldoet aan de eisen die men daaraan mag stellen. Om een wegbeheerder te kunnen aanspreken voor de gebrekkige opstal moet de weg dus kwalificeren als opstal.

Een weg wordt door de rechter aangemerkt als opstal indien het een verharde weg is. Wegbeheerders zijn dus niet aansprakelijk voor onverharde wegen. Een weg wordt (in beginsel) als verhard aangemerkt indien wordt voldaan aan drie cumulatieve eisen:

  • het wegdek bestaat uit een aangebrachte toplaag, ongeacht het materiaal van de toplaag;

  • de toplaag heeft voldoende dragend vermogen om normaal rijverkeer mogelijk te maken;

  • het wegdek ziet er vlak en egaal uit.


De rechtbank Amsterdam was van oordeel dat een toplaag van (onder meer) los grind en hout zonder bindmiddel wel als verharde weg is aan te merken.

Onderhoud beneden niveau
De wegbeheerder is niet aansprakelijk als de staat van onderhoud van de weg niet onder het niveau ligt dat van de wegbeheerder kan worden geëist. De wegbeheerder moet het onderhoud dus op niveau houden en mag geen bekende gevaarlijke situaties in stand houden. Hij mag het onderhoud evenmin achterweg laten vanwege een gebrek aan financiën. De wegbeheerder mag bij zijn onderhoud echter wel rekening houden met de aard van de weg. Dat wil zeggen dat een snelweg in betere conditie moet verkeren dan een grindpad. Weggebruikers moeten rekening houden met dit verschil in onderhoud.

Gevaarzettend gebrek in de weg
Op de gemeente rust als wegbeheerder de verplichting ervoor te zorgen dat de toestand van de weg de veiligheid van personen of zaken niet in gevaar brengt. In de zaak van 18 december 2013 was de vraag of een kuil in de weg een gevaarzettend gebrek oplevert. In dat specifieke geval oordeelt de rechtbank dat dat niet het geval is, maar dit kan per zaak verschillen. Meer in het algemeen wordt de aansprakelijkheid voor een gevaarzettend gebrek beoordeeld aan de hand van:

  • de aard, functie en toestand van de weg;

  • het te verwachten gebruik van de weg;

  • de kans op de verwezenlijking van gevaar op de weg; en

  • de mogelijkheid en bezwaarlijkheid om veiligheidsmaatregelen te nemen.


Conclusie
Wegbeheerders kunnen onder omstandigheden risicoaansprakelijk zijn voor schade ten gevolge van een slecht onderhouden weg. Er moet dan sprake zijn van een openbare verharde weg die slechter is onderhouden dan dat je van die weg zou mogen verwachten. Verder moet er sprake zijn van een gevaarzettend gebrek, een criterium dat van geval tot geval zal moeten worden beoordeeld.

Heeft u vragen over het onderhoud van wegen of de openbaarheid van wegen? Neemt u dan contact op mr. W. Leistra, advocaat wegenwet

mr. W. Leistra is sinds 1 april 2016 niet meer werkzaam bij Dirkzwager Advocaten

Gerelateerd