Inbreng van partijen in een samenwerkingsverband
Background
Kenmerkend aan een samenwerkingsverband is dat de samenwerkingspartners gezamenlijk een bepaald doel nastreven. In een samenwerking in de zorg is dat veelal het gezamenlijk verlenen van zorg en/of het gezamenlijk verrichten van onderzoek met het doel een nieuw product of medicijn te ontwikkelen of te testen. De betrokken samenwerkingspartners, dat kunnen twee of meerdere partijen zijn, zullen met dat doel ieder hun specifieke kennis en ervaring inbrengen. Dit wordt ook wel achtergrondkennis of ‘background’ genoemd. Vaak is de background beschermd door intellectuele eigendomsrechten, bijvoorbeeld octrooirechten (op technische vindingen of werkwijzen), auteursrechten (op werken met een oorspronkelijk karakter, zoals wetenschappelijke publicaties) of databankrechten (op databanken met gegevens die systematisch geordend en afzonderlijk toegankelijk zijn).
De background die nodig is voor de uitvoering van een onderzoeksproject wordt veelal vooraf geïdentificeerd in een bijlage, zodat het voor alle samenwerkingspartners inzichtelijk is welke background moet worden ingebracht door een partij.
Verder is het raadzaam om in de samenwerkingsovereenkomst afspraken te maken over het gebruik van de background van de andere samenwerkingspartners, zoals over:
- Het gebruik van background van de andere samenwerkingspartners voor de uitvoering van het samenwerkingsproject. Over het algemeen wordt een gebruiksrecht toekend voor dit doel, zonder dat de andere partijen een vergoeding verschuldigd zijn voor het gebruik van de background;
- Het gebruik van background van de andere samenwerkingspartners voor de exploitatie van de gezamenlijk tot stand gebrachte resultaten: Indien een andere partij dan de eigenaar van de background de resultaten mag exploiteren, is voor het gebruik van background voor de exploitatie van de resultaten vaak toestemming nodig van de eigenaar van de background;
- Het gebruik van background van een andere samenwerkingspartner buiten het doel van de samenwerkingsovereenkomst. Hierover hoeven partijen uiteraard geen afspraken te maken, maar het komt voor dat partijen elkaar in de samenwerkingsovereenkomst het recht geven gebruik te maken van elkaars background tegen concurrerende licentievoorwaarden.
Resultaten of foreground
Onder ‘resultaten’ of ‘foreground’ worden verstaan alle nieuwe kennis, informatie of producten die binnen de samenwerking tot stand worden gebracht door één of meerdere samenwerkingspartijen. Het is essentieel dat in een samenwerkingsovereenkomst duidelijke afspraken worden gemaakt over aan wie de rechten op deze resultaten toekomen en welke gebruiksrechten worden toegekend aan de samenwerkingspartijen. Indien deze afspraken niet worden gemaakt, heeft als uitgangspunt te gelden dat de intellectuele eigendomsrechten toekomen aan de partij waaraan de rechten toekomen op grond van de toepasselijke wet (Octrooiwet, Auteurswet, Databankenwet, etc).
Op grond van de Octrooiwet komen de octrooirechten toe aan de ‘uitvinder’ (of diens werkgever) van de technische vinding of werkwijze. De Auteurswet kent de auteursrechten toe aan de ‘maker’ van het werk. De Databankenwet kent de rechten toe aan de ‘producent’ van de databank; dat is degene die het risico draagt voor de substantiële investering in de databank. Op deze hoofdregels zijn wettelijke uitzonderingen van toepassing. Zo komen octrooirechten en auteursrechten onder omstandigheden toe aan de werkgever van de uitvinder c.q. maker. Indien partijen de resultaten gezamenlijk tot stand hebben gebracht, komen de intellectuele eigendomsrechten op grond van de wet veelal toe aan de betreffende partijen gezamenlijk.
Om ervoor zorg te dragen dat ook de andere samenwerkingspartners gebruik kunnen maken van de onderzoeksresultaten, is het noodzakelijk om daarover (schriftelijke) afspraken te maken in de samenwerkingsovereenkomst. Daarbij kan gedacht worden aan de volgende afspraken:
- De samenwerkingspartners kunnen afspreken dat de intellectuele eigendomsrechten toekomen aan de partijen gezamenlijk. Indien er meerdere zorginstellingen hebben bijgedragen aan de resultaten kan dit gerechtvaardigd zijn en vloeit dit onder omstandigheden al voort uit de wet.
- Er kan worden afgesproken dat iedere partij eigenaar is van eigen resultaten en dat de andere partijen gebruiksrechten (licenties) verkrijgen voor het kunnen toepassen van de resultaten binnen de eigen zorginstelling of met voor de exploitatie van de resultaten.
In de praktijk is het niet altijd eenvoudig om afspraken te maken over de toekenning van intellectuele eigendomsrechten, bijvoorbeeld omdat één partij een financiële inbreng heeft en een andere partij de onderzoekwerkzaamheden verricht. Dit kan tot ingewikkelde discussies leiden over de toekenning van (gebruiks-)rechten op de resultaten. In deze discussies is het van groot belang om de belangen van de samenwerkingspartners bij de resultaten helder te krijgen en afspraken te maken die recht doen aan alle partijen.
Voor zorginstellingen is het daarbij van belang om te waarborgen dat zij in ieder geval (gebruiks-)rechten behouden op (1) verbeteringen van hun klinische procedures en methodes, (2) op hun patiëntendossiers (waarbij geldt dat de samenwerkingsovereenkomst te allen tijde moet voldoen aan de algemene Verordening Gegevensbescherming), en (3) op de auteursrechten op wetenschappelijke publicaties van de betreffende zorginstelling waarin de resultaten worden beschreven.
Indien de samenwerking een gesubsidieerd project betreft, is het tenslotte van belang om na te gaan of de gemaakte afspraken in lijn zijn met eventuele voorwaarden die de subsidieverstrekker heeft gesteld aan de toekenning van de resultaten.
Gerelateerde artikelen
Verantwoordelijkheid en aansprakelijkheid
Medezeggenschap cliënten/ patiënten
Contact
Wilt u meer weten over intellectuele eigendomsrechten op onderzoeksresultaten in de zorgsector? Neem dan gerust contact op met Christel Jeunink.